Boy Jacobs is 29 jaar oud en is als derde generatie de natuurlijke opvolger van vader Chris Jacobs, die het komkommerteelt bedrijf in de jaren tachtig op zijn beurt overnam van zijn vader Jan. Waar Chris Jacobs het bedrijf liet groeien tot wat het nu is, verkent zoon Boy met zijn bedrijf SiTesta’s de zijwegen. Zijn doel: een duurzame keten, van producent tot consument. Naast verantwoordelijkheid te dragen voor de teelt van het bedrijf, houdt Boy zich bezig met innovatie binnen de agrifood sector.
Een sector waarin hij zowel de problematiek ziet als de kansen. Kansen die volgens hem niet worden gegrepen of worden gegrepen door de verkeerde partijen. De hoogste tijd om nader kennis met hem te maken.
Hoe is het om teler te zijn anno 2020?
“Ik denk dat je als tuinder anno 2020 oog moet hebben voor strategie, tactiek en innovatie. Nu ligt de nadruk vooral op kostengedreven productie. In Nederland zetten telers vooral in op het drukken van kosten met als doel de goedkoopste te zijn. Maar waarom richten we onze pijlen niet meer op het verwaarden van onze hoge kwaliteit teelt? Natuurlijk is de keten momenteel zo ingericht dat deze focus grotendeels wordt opgelegd. Het is dan ook te hopen dat dit in de toekomst veranderd en dat bedrijven in de keten oog hebben voor het complete ecosysteem én de primaire sector. Bedrijven die zich niet enkel laten leiden door winsten en wat terug willen investeren.”
Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen voor telers op dit moment?
“De sector heeft een gebrek aan aantrekkingskracht. Mensen hebben geen zin in laaggeschoold, eentonig werk dat 24/7 doorgaat. Dat geldt niet alleen voor Nederlanders, maar ook voor arbeidsmigranten uit bijvoorbeeld Polen. Het imago van de sector is niet zo positief en je ziet gewoon dat mensen een andere mentaliteit hebben dan tien, twintig jaar geleden. De wil om te werken is tegenwoordig anders dan toen. Het is dan ook heel belangrijk om iets aan dit imago te doen, maar aangezien de sector behoorlijk versnipperd is, is het moeilijk om tot een gelijke visie te komen.
De sector loopt wat mij betreft achter andere industrieën aan. We leven niet meer allemaal als boeren op klompen, maar dit beeld bestaat blijkbaar nog steeds. Dat ligt ook aan onszelf, want hoewel er qua high-tech heel veel gebeurt, wordt dit niet goed kenbaar gemaakt. Onze sector is een van de negen topsectoren van Nederland. Daar mogen we wel wat trotser op zijn. Natuurlijk moeten we daar zelf wat aan doen, maar dat kan niet zonder financiële middelen en een gezonde verhouding met de rest van de keten.”
Wat zijn volgens jou de belangrijke innovaties binnen de sector die op deze uitdagingen van invloed zullen zijn?
“Big-data en robotica; Robotica om kosten te kunnen drukken en ‘handjes’ te realiseren. Menselijk personeel zal nooit verdwijnen, maar minder geaccepteerd werk kan op deze manier opgelost worden. Het liefste werk ik met zoveel mogelijk mensen, maar als er geen aanbod is dan moeten we op zoek gaan naar alternatieven.
Met big-data is het mogelijk om meer en betere inzichten te krijgen in je eigen bedrijf. Data is breed inzetbaar, van strategie tot tactiek. Het blijft dan ook belangrijk om goed te blijven kijken naar de zakelijke mogelijkheden.”
DATA KAN ENORM GOEDE INZICHTEN BIEDEN OM HET NATUURLIJKE PROCES MEER STUURBAAR TE MAKEN.
Want welke specifieke rol speelt data binnen de komkommerteelt?
“Data is overal beschikbaar en we maken hier ook al heel lang gebruik van. De tuinbouw was een van de eerste industrieën die gebruik maakte van sensoren. Al in 1980 had mijn vader een computer die diverse sensoren kon aansturen. Er is dan ook heel veel data beschikbaar, maar hoe ga je data omzetten naar informatie en hoe ga je die informatie vervolgens verwaarden? Zowel intern als extern? Momenteel ligt de focus vooral op de korte termijn: wat kan data voor mij betekenen?”
“Ook extern verwaarden is mogelijk, maar dan moeten er betere afspraken worden gemaakt. Een mooi voorbeeld is blockchain. Grote partijen als Albert Heijn geven aan te willen inzetten op blockchain, maar ze willen vooral alles weten van de primaire sector. Die openheid willen we best geven, maar dan moeten zij ook transparant zijn richting telers. Er is een hele hoop informatie vanuit de keten aanwezig die waardevol is, met name door de toename van online winkelen. Helaas geven ze zelf geen openheid, waardoor vraag en aanbod niet in balans zijn. Zolang er geen dialoog is, worden problemen niet door de keten opgelost.”
Op welke manier maak jij zelf gebruik van data en hoe draag jij hieraan bij?
“Data is voor ons erg belangrijk, maar je moet eerst kunnen vertrouwen op die data. Met Yookr zetten we daarmee een stap in de goede richting. We halen best veel informatie op, maar het is nog lastig om hier goed op te kunnen sturen. Door data te blijven cross-checken en door samen met Yookr te blijven werken aan de ontwikkeling van de software komen we steeds een stapje verder.”
Waarom heb je ooit gekozen voor een partnerschip met Yookr?
“Wij werken graag samen met partijen in de regio. Tijdens onze inventarisatie kwamen we ook wat concurrenten tegen, maar die zaten verder weg. Na het eerste gesprek met John sprak met name de visie van Yookr mij aan. Je merkt dat John zelf uit de primaire sector komt en dat Yookr ook écht iets wil betekenen voor onze sector. Te vaak komen we startups tegen die enkel uit zijn op eigen gewin en niet iets terug willen geven aan de sector. Dit zie je vooral bij startups die leven van externe financiering. Zij moeten snel toewerken naar winst.
Daarnaast ervaar ik de getoonde interesse en betrokkenheid als erg prettig. Yookr zit zelf aan tafel met de telers om de discussie aan te gaan en ideeën op te halen. Op deze manier wordt het product echt samen ontwikkeld en worden onze ideeën vertaald naar het platform.”
DOOR DATA TE BLIJVEN CROSS-CHECKEN EN DOOR SAMEN MET YOOKR TE BLIJVEN WERKEN AAN DE ONTWIKKELING VAN DE SOFTWARE KOMEN WE STEEDS EEN STAPJE VERDER.
Tot slot: Welke boodschap zou ij mee willen geven aan collega telers?
“Data kan enorm goede inzichten bieden om het natuurlijke proces meer stuurbaar te maken. We houden ons nog altijd bezig met een natuurproduct, maar we proberen het wat meer fabrieksmatig aan te pakken. Door een zo’n hoog mogelijke, kwalitatieve productie te behalen, door processen te optimaliseren en kosten te drukken. Onze data en de techniek van Yookr kunnen daar aan bijdragen.
Daarnaast denk ik ook dat wij veel positiever moeten zijn over onze sector. We moeten openstaan om te laten zien wat we aan het doen zijn. Tot slot hoop ik dat wij ooit als volwaardige partner worden beschouwd binnen de keten. Het is tijd voor een goede, structurele dialoog, zodat iedereen kan werken met eerlijke marges.”